vrijdag 4 februari 2011

Kriebelbeestjes

(23 feb 2007)
 
Al een paar weken hangt er op de deur van Mia d'r klas een aankondiging. De boodschap die erop vermeld staat is er 1 gelijksoortig aan een aankondiging van de pest zo lijkt het: "in deze klas is hoofdluis geconstateerd!" staat er in vette, grote, rode letters te lezen. Ouders die de deur voorbijlopen stoten elkaar aan en kijken veelbetekenend naar het vel papier. Kinderen die niet in deze klas thuishoren worden gauw aan hun mouw meegetrokken. Deze klas moet gemeden worden!
Wat een onzin denk ik nog. Overal is toch luis, dat hoort nu eenmaal bij kinderen.


Woensdagavond 23.30 uur kwam het alarmerende telefoontje; "met de moeder van Katja, ik heb zojuist bij Katja hoofdluis gesignaleerd en aangezien onze dochters nogal knuffelig met elkaar zijn dacht ik dat ik je maar even van dit vervelende nieuws op de hoogte moest brengen. Ik hoop dat Mia geen luisjes heeft maar ik zou het toch even controleren". Op een doordeweekse dag rond dit tijdstip lig ik normaliter te maffen. Zo ook nu, maar na dit bericht... weg laconieke gevoel over de aankondiging op de deur. Dit kwam wel heel dichtbij en oei wat had ik opeens een kriebel op mn kop! Op alle plekken waar ik haar heb (al dan niet gemilimeterd) begon het plotseling fanatiek te jeuken.
Doemscenario's van vroeger - van mijn moeder rennend door het huis met een rol vuilniszakken en pakken met waspoeder, de hele dag door wassend, vloekend en tierend, mijn broertje en ik, hangend boven een wit vel en met een speciale luizenkam( waar je haar trouwens vreselijk verkeerd van gaat zitten) maar blijven kammen, kammen en kammen (en de schrik van je leven als er werkelijk waar echt zo een gore luis vanaf jouw hoofdhuid op dat papier neervalt, en nog erger, het geluid wat zo een luis maakt als je hem met je nagel in tweeen splijt. En ik ga nog verder.. de rode streep die de gespleten luis achterlaat op dat witte vel, JEK!), stinkende chemische shampoos met ontplofte kapsels als gevolg - waren kennelijk heel diep weggestopt in mijn geheugen maar komen plotsklaps boven. Nee met mijn nachtrust was het gedaan.

Naast mij ligt Mia in een diepe onschuldige slaap, met haar lange witte haren uitgewaaierd over het kussen. Toch zonde als daar een luizenkam doorheen moet. Maar ik moet gaan kijken, gaan checken of er ongedierte op haar hoofdhuid aan het rondscharrelen is. Voorzichtig til ik een lok op. Ik zie niets, pak de zaklantaarnpaal (zoals zij hem noemt) erbij, schijn goed, vooral plekken op het achterhoofd en achter de oren schijnen favoriet te zijn voor die rotdieren. Beweegt daar iets? Nee dat is een zandkorrel. Voorzichtig draai ik haar hoofd om en bekijk de andere kant. Maar ook daar bespeur ik geen kriebelbeestje. Zijn wij de dans ontsprongen?

De volgende dag koop ik bij de apotheek preventief voor 40 euro antiluisspullen. Daarbij zit ook de geweldige luizenkam waarmee ik direct mijn eigen haar ga haar doorploeteren. En ja hoor... net als vroeger is mijn haar gelijk weer statisch. Nee geen luis, wel een hoop ander wittig spul wat ik maar toeschrijf aan de haarlak die ik gebruik. Mia en ik hebben mazzel, wij hebben geen luis! Nog niet in ieder geval..

Die avond belt de moeder van Katja op. Of we nog wel zin hebben om de volgende ochtend naar het speelkasteel te gaan met Katja. "Ja natuurlijk joh, gezellig!" hoor ik mezelf gemaakt vrolijk zeggen. Maar van binnen denk ik "trek je Katja dan wel een burka aan?"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten